Onterecht vastgezeten

shutterstock_577235743-2.jpg

Onterecht vastgezeten op het politiebureau of in een huis van bewaring?

Laat het er niet bij zitten! 

Je wordt aangehouden en overgebracht naar het politiebureau. Je wordt in verzekering gesteld en na twee nachten op het politiebureau te hebben geslapen, wordt je heengezonden. Over de afdoening van de zaak is op dat moment nog niets bekend. Een aantal weken later krijg je een kennisgeving sepot op de deurmat, de zaak is geseponeerd. Naar aanleiding van het onderzoek blijkt dat je ten onrechte als verdachte bent aangemerkt (sepotcode 01). Het verblijf op het politiebureau is in deze gevallen onterecht geweest en alhoewel van korte duur, heeft zo’n verblijf een behoorlijke impact.

Je hebt in een dergelijk geval het recht om een verzoek tot schadevergoeding in te dienen bij de rechtbank. Niet alleen in het geval dat je zaak is geseponeerd heb je deze mogelijkheid, maar ook in het geval je door de rechtbank of het gerechtshof bent vrijgesproken en voor een bepaalde duur in voorarrest hebt gezeten (op het politiebureau en/of in een huis van bewaring), heb je de mogelijkheid om een verzoek tot schadevergoeding in te dienen bij de rechtbank.

Verzoek tot schadevergoeding ex artikel 533 van het Wetboek van Strafvordering
Als je onterecht in voorarrest hebt gezeten, maak je op grond van artikel 533 Wetboek van Strafvordering aanspraak op een schadevergoeding als jouw zaak is geëindigd zonder straf of maatregel. Het betreft zowel immateriële schadevergoeding als materiële schadevergoeding.


Immateriële schade, betreft schade die jij hebt geleden als gevolg van het verblijf op het politiebureau of in een huis van bewaring, het gaat om de impact die het betreffende verblijf op jou als persoon heeft gehad. Voor het verblijf op het politiebureau, maak je in principe aanspraak op een standaardbedrag van €105,- per dag. Voor de dagen dat je onterecht in een huis van bewaring hebt gezeten, maak je in principe aanspraak op een standaardbedrag van €80,- per dag. Mocht jij dus op zaterdagochtend in verzekering worden gesteld en op zondagochtend worden heengezonden, dan maak je aanspraak op een bedrag van €210,-.

De immateriële schadevergoeding, op grond van artikel 533 van het Wetboek van Strafvordering is aldus gestandaardiseerd. Een onderbouwing voor de geleden schade is dan ook niet vereist. De vaststelling dat je een dag onterecht hebt vastgezeten op het politiebureau, maakt aldus dat je automatisch recht hebt op een bedrag van €105,-.

Er kan zich overigens een situatie voordoen, waarbij de schade die je hebt geleden als gevolg van het verblijf op het politiebureau zo ernstig is, dat je verzoekt om een hoger bedrag aan immateriële schadevergoeding (dan de standaardbedragen). In een dergelijk geval is het belangrijk dat dit goed onderbouwd wordt. Uit de onderbouwing moet blijken dat de schade zodanig is dat een standaardvergoeding niet volstaat.

Naast immateriële schade, is het ook mogelijk dat je als gevolg van het verblijf op het politiebureau materiële schade hebt geleden. Artikel 533 Wetboek van Strafvordering biedt de mogelijkheid om dergelijke schade vergoed te krijgen, mits het goed is onderbouwd en deze schade in causaal verband staat met het onterecht ondergane voorarrest. Te denken valt aan de schade die is geleden door het inhuren van externe krachten, omdat jij destijds op het politiebureau verbleef en jouw zaak moest blijven draaien.

Verzoek tot schadevergoeding ex artikel 530 van het Wetboek van Strafvordering
Op de voet van artikel 530 Wetboek van Strafvordering maak je aanspraak op vergoeding van de kosten die zijn gemaakt voor rechtsbijstand. Zo is het bijvoorbeeld goed mogelijk dat je tot de zitting in voorarrest hebt gezeten, uiteindelijk bent vrijgesproken en in deze procedure bijstand hebt gehad van een advocaat. In dat geval kan jij de rechtbank verzoeken om vergoeding van de kosten van de betreffende rechtsbijstand. Het is belangrijk dat deze kosten zijn onderbouwd. Zo dient er een factuur inclusief specificatie van de uren te worden overlegd. De rechtbank zal vervolgens beslissen of er geen onnodige kosten zijn gemaakt en of er door de betreffende advocaat een redelijk honorarium is gehanteerd. Bovendien maak je op de voet van artikel 530 Wetboek van Strafvordering ook aanspraak op vergoeding van eventueel gemaakte reiskosten, zoals van en naar de zitting.

Termijn indienen verzoekschrift tot schadevergoeding
Let goed op! Je ontvangt de schadevergoeding niet automatisch. Je dient zelf een verzoek tot schadevergoeding in te dienen bij de desbetreffende rechtbank, binnen 90 dagen na beëindiging van de zaak. Mocht u dus een kennisgeving sepot per post van het Openbaar Ministerie ontvangen, dan dient u binnen 90 dagen na dagtekening van de brief het verzoek tot schadevergoeding bij de rechtbank hebben ingediend.

Behandeling verzoekschrift tot schadevergoeding
In het geval van een uitgebreid verzoek tot schadevergoeding, kan de rechtbank beslissen dat een behandeling ter zitting in raadkamer noodzakelijk is. Het Openbaar Ministerie zal haar visie kenbaar maken op het verzoek tot schadevergoeding, jij hebt de mogelijkheid om het verzoek ter zitting nog mondeling toe te lichten en de rechter zal vervolgens op basis van al hetgeen naar voren is gebracht een beslissing nemen op het verzoek. Mocht het verzoek ‘eenvoudig’ van aard zijn, dan kan de rechtbank beslissen om de zaak schriftelijk af te doen. Hieronder vallen verzoeken waarbij het Openbaar Ministerie naar verwachting geen bezwaar zal hebben tegen toewijzing, omdat er om standaardvergoedingen wordt verzocht.

Dit betekent dat de raadkamer van de rechtbank, zonder dat jij ter zitting nogmaals het verzoek tot schadevergoeding mondeling kan toelichten, een beslissing zal nemen op het verzoek tot schadevergoeding en jou van de beslissing schriftelijk op de hoogte zal stellen. Vervolgens zal er voor worden gezorgd dat het betreffende bedrag op jouw rekening wordt gestort.

Indien de rechtbank beslist dat de zaak schriftelijk kan worden afgedaan, heb jij, of indien jouw advocaat het verzoekschrift namens jou heeft ingediend, jouw advocaat, op de voet van artikel 533 Wetboek van Strafvordering recht op een forfaitaire vergoeding ter hoogte van € 280,- voor het indienen van het verzoekschrift. In het geval een behandeling ter zitting noodzakelijk wordt geacht heb jij, of in het geval jouw advocaat het verzoekschrift heeft ingediend, jouw advocaat, recht op een forfaitaire vergoeding ter hoogte van € 550,-.

Een mondelinge behandeling brengt immers meer werkzaamheden met zich mee. Deze forfaitaire vergoeding zal ook opgevoerd moeten worden in het verzoekschrift tot schadevergoeding, waarop de rechtbank zal moeten beslissen.

Wilt u hier meer over weten? Neem dan contact op met mr. J.M. Poortinga (Josephine).