Wat is OTS?
En wat houdt de ondertoezichtstelling (OTS) van mijn kind in?
Als er problemen zijn met het opvoeden van uw kind, krijgt u meestal eerst (vrijwillige) hulp van de gemeente. U kunt hier ook zelf om vragen. Dit kan hulp zijn via een jeugdteam of via een Centrum voor Jeugd en Gezin.
Als de situatie binnen uw gezin niet verbetert, of als u de vrijwillige hulp niet voldoende accepteert of de zorgen blijven (toenemen) kunt u een onderzoek krijgen van de Raad voor de Kinderbescherming. Is de Raad voor de Kinderbescherming van mening dat de ontwikkeling van uw kind in gevaar is? Dan vraagt de Raad aan de kinderrechter om uw kinderen onder toezicht te stellen van een gecertificeerde instelling. Bent u het niet eens met de gevraagde OTS, dan is het belangrijk om hiertegen verweer te voeren. Wij kunnen u helpen door het opstellen van een verweerschrift en gaan met u mee naar de zitting.
Bij een OTS krijgt u verplichte hulp bij het opvoeden van uw kind. De kinderrechter die de OTS uitspreekt, stelt een gezinsvoogd (jeugdbeschermer) aan. U houdt zelf het ouderlijk gezag, maar het gezag wordt beperkt.
De OTS duurt een half jaar tot een jaar, maar kan op verzoek van de gezinsvoogd (telkens) met een periode van maximaal één jaar worden verlengd. De gezinsvoogd moet dan bij de kinderrechter aantonen dat de gronden van de maatregel nog steeds aanwezig zijn.
Wat is een Voorlopige ondertoezichtstelling (VOTS)?
Als de zorgen van de Raad voor de Kinderbescherming over de situatie binnen uw gezin zo acuut zijn, dan kan de Raad de kinderrechter verzoeken om een voorlopige OTS (VOTS). In zo’n acute situatie kan het Raadsonderzoek en de gewone verzoekschriftprocedure niet worden afgewacht. De VOTS kan voor maximaal drie maanden worden uitgesproken. Binnen die drie maanden doet de Raad onderzoek en kan zij beslissen tot het indienen van een verzoekschrift voor een reguliere OTS of tot beëindiging van de VOTS.
Wat zijn de gronden voor OTS?
Grond voor de ondertoezichtstelling (OTS) is ‘de ernstige bedreiging van de belangen van een kind’. Artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek noemt als voorwaarden voor een ondertoezichtstelling dat:
Een kind zodanig opgroeit dat hij in zijn ontwikkeling ernstig wordt bedreigd;
Ouders de zorg die nodig is om die bedreiging op te heffen niet voldoende accepteren;
Verwacht wordt dat ouders binnen een voor het kind aanvaardbare termijn hun opvoedingsverantwoordelijkheid zullen waarmaken.
De wet noemt nadrukkelijk het criterium van een ernstige bedreiging. Een OTS vormt een inbreuk op het recht van ouders om hun kind naar hun eigen inzicht op te voeden, gewaarborgd in het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Dit is een belangrijk recht en hiermee mag niet te lichtvaardig worden omgesprongen. De kinderrechter toetst de verzoeken tot OTS of verlenging OTS aan de gronden van de maatregel. De rechter is daarbij verplicht om de concrete ontwikkelingsbedreiging in de beschikking (uitspraak) op te nemen. De Raad voor de Kinderbescherming en de gezinsvoogd moet in hun verzoekschrift tot OTS of verlenging van de OTS de ontwikkelingsbedreiging opsommen en aantonen.
Wat als ik het niet eens ben met een verzoek tot (verlenging van) OTS?
Indien u het niet eens bent met het verzoek tot OTS of verlenging van de OTS, neem dan contact met ons op. Wij kunnen namens u een verweerschrift indienen bij de kinderrechter. In dit verweerschrift sommen we op wat er niet klopt in het verzoekschrift van de Raad voor de Kinderbescherming of de gezinsvoogd en waarom u het niet eens bent met de gevraagde OTS. We vragen de kinderrechter het verzoek van de Raad af te wijzen.
Schriftelijke aanwijzing
Indien uw kinderen onder toezicht zijn gesteld, dan heeft de gezinsvoogd de bevoegdheid om u als ouders een schriftelijke aanwijzing te geven. Dit is een opdracht die u moet uitvoeren, zoals bijvoorbeeld het laten uitvoeren van een persoonlijkheids- of leerbaarheidsonderzoek of het volgen van een cursus pedagogische vaardigheden.
Als u het niet eens bent met een schriftelijke aanwijzing, neem dan contact met ons op. Binnen twee weken kunnen wij namens u een verzoekschrift indienen bij de kinderrechter om de schriftelijke aanwijzing vervallen te laten verklaren.
Of voert u de aanwijzing eerst uit en komt u er dan achter dat u het eigenlijk niet eens bent met de schriftelijke aanwijzing, dan kunnen wij namens u verzoeken om het intrekken van de schriftelijke aanwijzing. Indien de gezinsvoogd de schriftelijke aanwijzing niet intrekt, dan staat beroep open bij de kinderrechter.
Klachten over de gezinsvoogd
Als u niet tevreden bent over uw gezinsvoogd, dan kunt een klacht indienen bij de gecertificeerde instelling van de gezinsvoogd. Deze hebben een eigen klachtenprocedure. Vaak moet een klacht binnen een jaar worden ingediend. De klacht kan ook worden ingediend bij het AKJ (advies- en klachtenbureau jeugdzorg) of de ombudsman.
Klachten over de uitvoering van de OTS kunnen aan de kinderrechter worden voorgelegd. Dit kan op verzoek van de door met gezag belaste ouders, de jeugdige, de pleegouders, de jeugdhulpvoorzieningen en door de gezinsvoogd zelf.
Rechtsbescherming
Omdat een ondertoezichtstelling gaat om gedwongen hulpverlening, is de rechtsbescherming wettelijk geregeld, zoals bijvoorbeeld:
Het recht om gehoord te worden
Het recht van jeugdigen vanaf 12 jaar om gehoord te worden
Het recht van pleegouders die langer dan een jaar voor hun pleegkind gezorgd hebben om gehoord te worden
Het recht om een advocaat te nemen en verweer te voeren
Het recht op hoger beroep in een aantal gevallen.
Heeft u hulp nodig? Neem contact met ons op en we bespreken samen de mogelijkheden