Werkstraf uitzitten?

shutterstock_627033413-2.jpg

Geen, onvolledige of onjuiste uitvoering van de werkstraf, dus uitzitten maar?

Dacht het niet!

Emilie Peek Amsterdam:

Door de rechtbank of het Openbaar Ministerie kan in strafzaken in Nederland een werkstraf worden opgelegd aan de veroordeelde. De veroordeelde wordt verplicht een aantal uren onbetaald te werken als straf voor hetgeen hij heeft gedaan. Met nuttig werk iets terugdoen voor de samenleving, staat centraal bij een werkstraf.

Zodra de zaak onherroepelijk is geworden, zal de Reclassering op de hoogte worden gesteld van de opgelegde werkstraf. De Reclassering is de instantie die de werkstraf op poten zal zetten en ook toezicht zal uitoefenen op de werkstraf. De Reclassering zal vervolgens contact opnemen met de veroordeelde (vaak eerst per brief) voor een afspraak op kantoor, om zo met de veroordeelde afspraken te maken over de uitvoering van de opgelegde werkstraf. In sommige gevallen komt het voor dat de veroordeelde niet reageert op de brieven van de Reclassering, dat de werkstraf niet op een juiste wijze wordt uitgevoerd of niet wordt afgerond. In dat geval heeft de Reclassering de mogelijkheid om de werkstraf ‘terug te sturen’ naar het Openbaar Ministerie.

Het Openbaar Ministerie heeft vervolgens de mogelijkheid om te beslissen dat de onuitgevoerde uren werkstraf omgezet moeten worden in vervangende hechtenis, waarbij twee uur werkstraf gelijk staat aan één dag hechtenis. Wat is er tegen zo’n beslissing te doen? Bezwaar maken! 


Kantjes ervan aflopen

Er kunnen meerdere redenen zijn voor de Reclassering om de werkstraf retour te sturen naar het Openbaar Ministerie. Zo kan het zijn dat de Reclassering niet in contact kan komen met de veroordeelde omdat er niet op de brieven of telefoontjes wordt gerea-geerd. Een andere mogelijkheid is dat de veroordeelde de werkstraf goed is begonnen, maar vervolgens volgens de Reclassering de kantjes ervan afloopt door niet meer op te komen dagen. Tenslotte komt het voor dat een veroordeelde zich niet aan de regels houdt. De Reclassering meent dat de veroordeelde zich ‘misdraagt’ tijdens de uitvoering van de werkstraf en de werkstraf daarom moet worden teruggestuurd. In het eerste geval is er geen enkel uur gewerkt, zal de Reclassering de werkstraf retour zenden en zal het Openbaar Ministerie beslissen dat de gehele werkstraf moet worden omgezet in vervangende hechtenis. In de andere gevallen is er wel een start gemaakt met de werkstraf, maar is deze niet afgerond. In dat geval beslist het Openbaar Ministerie dat enkel de uren van de werkstraf die niet zijn gewerkt worden omgezet in vervangende hechtenis. Een beslissing met mogelijk grote gevolgen. Een periode in detentie kan er immers voor zorgen dat iemand zijn baan kwijtraakt of niet kan zorgen voor zijn of haar kinderen.

Gelukkig bestaat er de mogelijkheid van bezwaar! Een kennisgeving van het besluit van het Openbaar Ministerie tot omzetting van de betreffende uren werkstraf in vervangende hechtenis wordt aan de veroordeelde betekend of dit wordt in ieder geval geprobeerd. Binnen veertien dagen na deze betekening kan er een bezwaarschrift worden ingediend tegen deze omzetting, bij de rechtbank die de straf in eerste instantie heeft opgelegd. Het is dus van groot belang dat er direct actie wordt ondernomen als deze kennisgeving aan de veroordeelde wordt betekend. Het is dan ook zeker raadzaam om in dergelijke procedures zo spoedig mogelijk een advocaat in te schakelen die deze bezwaarprocedure in gang kan zetten. Het is bovendien raadzaam om de (aanvullende) gronden van het bezwaar al voorafgaand aan de zitting schriftelijk in te dienen bij de rechtbank. De gronden kunnen dan nog mondeling uitgebreid worden toegelicht tijdens de zitting. Het door de verdediging ingediende bezwaarschrift zal uiteindelijk bij de rechtbank worden behandeld.

De rechtbank zal op basis van de stukken, het verslag van de Reclassering over de retourzending, de gronden van het bezwaar en overige (betekening)stukken beoordelen of de veroordeelde nog een (laatste) kans krijgt om de werkstraf uit te voeren. De gronden van bezwaar zijn in de meeste gevallen doorslaggevend. Indien uit de betreffende gronden bijvoorbeeld blijkt dat de veroordeelde de post van de Reclassering om één of andere reden niet heeft geopend of de post heeft gelezen maar vervolgens niet op heeft geacteerd, maar wel graag nog een kans wenst te krijgen om de werkstraf uit te voeren en de gevolgen van een periode in detentie grote negatieve gevolgen heeft, is het mogelijk dat de rechtbank ook van mening is dat de persoonlijke belangen van de veroordeelde in dat geval zwaarder moeten wegen. Het bezwaar wordt in dat geval gegrond verklaard. Indien de rechtbank het niet eens is met de aangevoerde gronden van het bezwaar, zal de rechtbank beslissen dat het bezwaar ongegrond moet worden verklaard en dat de veroordeelde de vervangende hechtenis uit moet zitten.

Afgezien van zwaarwegende persoonlijke omstandigheden, kan het ook zo zijn dat er door de Reclassering onzorgvuldig is gehandeld door de werkstraf terug te sturen. In het geval de rechtbank die mening met de verdediging deelt, kan de rechtbank ook om deze reden gegrond verklaren. En zo zijn er nog veel meer situaties. Het staat in ieder geval vast dat elke zaak weer anders is en de rechtbank een zorgvuldige belangenafweging moet maken. Schriftelijke afdoening in coronatijden. In verband met de maatregelen rondom het coronavirus zijn de gerechtsgebouwen beperkt toegankelijk. Dit heeft gevolgen voor de behandeling van strafzaken en dus ook voor dergelijke procedures. Om de zaken toch doorgang te laten vinden krijgt de verdediging de mogelijkheid om in te stemmen met schriftelijke afdoening van de zaak, op basis van de uitgewisselde standpunten van de Officier van Justitie en de advocaat.

Er vindt dus geen zitting plaats en de rechtbank neemt een beslissing op basis van de schriftelijk ingebrachte stukken. Dit is voor dergelijke strafrechtelijke procedures wat mij betreft een goed alternatief. Tenslotte ervaar ik in deze tijd dat het coronavirus, meer specifiek de gevolgen voor de betreffende veroordeelde en het beleid dat de toestroom naar de penitentiaire inrichtingen beperkt moet worden, maken dat de rechtbank de veroordeelde in deze tijd eerder het voordeel van de twijfel geeft en nog een laatste maal de mogelijkheid krijgt om de werkstraf uit te voeren. Het advies: maak altijd bezwaar!

Advies Emilie Peek: ‘Maak altijd bezwaar!’

Emilie Peek is strafrechtadvocaat bij Aarts & Poortinga Advocaten